De in artikel 67, lid 1, onder b), bedoelde vrijstelling is beperkt tot goederen:
a) die tijdens de tentoonstelling worden verbruikt of tenietgaan, en
b) waarvan de totale waarde en hoeveelheid in verhouding staan tot de aard van de tentoonstelling, het bezoekersaantal en het belang van de deelneming van de exposant.